O2PZ heeft van ZonMw vervolgsubsidie gekregen voor drie projecten:
- In het project Onderwijs palliatieve zorg: klaar voor de toekomst! werkt het projectteam aan het duurzaam verankeren van wat O2PZ de afgelopen drie jaar opleverde en aan de inbedding van palliatieve zorg in de geneeskundeopleidingen en de medische vervolgopleidingen.
- Het project Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 + MANP, MPA & VVO richt zich op de ontwikkeling en implementatie van palliatieve zorg in de Master Advanced Nursing Practice (MANP), de Master Physician Assistant (MPA) en Verpleegkundige Vervolgopleidingen (VVO).
- Het project Voorbij de generalist: profielen van specialistische expertise in palliatieve zorg richt zich op de doorontwikkeling en implementatie van het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 voor zorgverleners met specialistische kennis van palliatieve zorg.
Project A: Onderwijs palliatieve zorg: klaar voor de toekomst!
‘In kernproject A spelen de ambassadeurs van de acht onderwijsknooppunten een belangrijke rol’, legt Marijke uit. ‘Zij ondersteunen de contactpersonen uit de onderwijsinstellingen bij de implementatie van het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0. Het team haalt momenteel de contacten met de contactpersonen weer aan. Met de ambassadeurs is afgesproken dat de implementatie van het onderwijsraamwerk vanuit hbo op landelijk niveau in kaart wordt gebracht en vanuit mbo op regionaal niveau. Zo kan het team de stand van zaken op zowel regionaal als landelijk niveau duiden en delen.’
‘Het projectteam werkt daarnaast aan een landelijke publicatie over de huidige status van palliatieve zorgonderwijs in de acht faculteiten geneeskundeonderwijs, in samenwerking met de landelijke onderwijscommissie van EPZ. Samen met hen organiseert ons projectteam een collegetour, waarbij O2PZ per faculteit de dialoog faciliteert tussen student, docent en onderwijsontwikkelaar.’
Marijke: ‘Wat betreft de implementatie binnen de medische vervolgopleidingen, , zoeken we de samenwerking met o.a. Palliactief. Hiertoe hebben verkennende gesprekken plaatsgevonden. Tot slot is in samenwerking met FMS en de pilots LUMC en Amsterdam UMC gestart met het experiment Interprofessionele netwerkstage palliatieve zorg. Doel van deze stage is het doorontwikkelen en ontsluiten van palliatieve zorg voor aios en de medische vervolgopleidingen.’
Project B: Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 + MANP, MPA & VVO ‘Eind maart is CZO Flex Level gereedgekomen met het beschrijven van de EPA’s voor de Verpleegkundige Vervolgopleidingen, waarbij O2PZ ook betrokken was’, vertelt Marijke. ‘Omdat wij ons bij CZO Flex Level hebben aangesloten, kunnen we dus pas vanaf begin april een werkgroep formeren. Er zijn al wel kennismakingsgesprekken met potentiële werkgroepleden gaande. Daarnaast heeft het projectteam inmiddels de planning vastgesteld en zijn ze nu bezig met het in kaart brengen van de stakeholders. Tot slot werken ze aan een implementatieplan dat eind juni wordt opgeleverd.’
Project C: Voorbij de generalist: profielen van specialistische expertise in palliatieve zorg
‘Ook de leden van het projectteam C zijn al erg druk’, zegt Marijke enthousiast. ‘Er is een werkgroep ingericht die is samengesteld op basis van demografie, NQF-niveau, onderwijs, onderzoek en praktijk. Op 1 mei sluit een onderzoeker zich aan bij het team en er zijn maandelijkse meetings gepland met hoogleraar Bregje Onwuteaka-Philipsen om de werkwijze en inrichting van de projectorganisatie te bespreken.’
‘Het projectteam heeft daarnaast gesprekken gevoerd met Palliactief over de wijze van samenwerking. Het team spreekt ook met de wetenschappelijke verenigingen over het vraagsstuk generalist/specialist en met V&VN PZ over de ontwikkelingen vanuit de beroepsgroep en een samenwerking hierin. Uit al die gesprekken blijkt dat de vraag om duidelijkheid in de competentieprofielen van specialistische zorgverleners leeft. En dat is mooi, want dat zorgt voor een groot draagvlak in dit project en leidt hopelijk tot veel samenwerking met de diverse stakeholders. Maar het team merkt ook dat veel beroepsorganisaties gewend zijn autonoom maatstaven en criteria te bepalen en niet altijd staan te springen om in externe projecten te participeren. Ons projectteam neemt dan ook de tijd om aandacht te besteden aan goede afstemming, waarbij we de nadruk leggen op onze faciliterende functie’, aldus Marijke.