Marijke Dericks-Issing praat ons bij over de voortgang van het programma. ‘De afgelopen maanden is er weer ontzettend veel gebeurd’, vertelt ze. ‘Er zijn nieuwe producten opgeleverd, gesprekken afgerond en het draagvlak voor beter onderwijs in palliatieve zorg is nog onverminderd groot. Maar we moeten onze blik ook op de toekomst richten en samen met de stakeholders ons richten op duurzame verankering.’
Ontwikkelingen bij project Onderwijs palliatieve zorg: klaar voor de toekomst!
Het project Onderwijs palliatieve zorg: klaar voor de toekomst! houdt zich bezig met de duurzame verankering van wat O²PZ de afgelopen jaren heeft opgeleverd. Ze werken daarnaast aan de inbedding van palliatieve zorg in geneeskundeopleidingen en in medische vervolgopleidingen.
Dericks-Issing: ‘We richten onze pijlen vooral op het vergroten van de herkenbaarheid van de Onderwijsknooppunten palliatieve zorg. De Onderwijsknooppunten palliatieve zorg zelf zijn ook heel actief met het vormgeven van hun rol. Er komen veel vragen op hen af en ze assisteren en adviseren op verschillende vlakken. Het is zaak nu af te bakenen wat hun kerntaken zijn. De Onderwijsknooppunten palliatieve zorg nemen daarin zelf het voortouw en gaan samen in gesprek over rol en inhoud.’
‘De projectgroep gaat daarnaast binnenkort starten met het vormgeven van een Keuzedeel voor niveau 2’, vervolgt ze. ‘Het Keuzedeel mbo is inmiddels alweer enige tijd in gebruik en er blijkt voor niveau 2 ook behoefte aan te zijn. Dat wordt weer een mooie aanvulling op ons programma.’
Een ander aandachtspunt - en dat is een hele belangrijke - is de “deadline” van dit project. ‘We zijn hard bezig om alles wat het eerste programma heeft opgeleverd, ook duurzaam te verankeren. Daarbij kun je denken aan het Onderwijsplatform palliatieve zorg - dat nu is ondergebracht bij PZNL -, het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0, de Screeningscommissie, het Keuzedeel MBO en de Onderwijsknooppunten palliatieve zorg. Onze focus is dan ook gericht om op korte termijn een plan van aanpak te bepalen over hoe we de opbrengsten van het eerste programma in samenwerking met andere organisaties kunnen borgen. Daarover zijn we met alle betrokken partijen in gesprek.’
Ontwikkelingen bij project Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 + MANP, MPA & VVO
De betrokkenen bij project Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 + MANP, MPA & VVO zijn bezig met de ontwikkeling en implementatie van palliatieve zorg in de Master Advanced Nursing Practice (MANP), de Master Physician Assistant (MPA) en Verpleegkundige Vervolgopleidingen (VVO).
‘De werkversie van het nieuwe addendum Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 + MANP, MPA & VVO wordt al volop ingezet’, vertelt Dericks-Issing enthousiast. ‘Onderwijsinstellingen gebruiken het als meetlat om hun onderwijs te beoordelen: waar moet palliatieve zorg nog in het onderwijs geïmplementeerd worden en waar is het al goed in het curriculum geïntegreerd? In oktober komen de opleidingen weer bij elkaar om best practices van hun implementatie met elkaar te delen, zodat ook andere opleidingen hiervan kunnen leren. Het is heel fijn om op die manier samen met de verschillende onderwijsinstellingen op te trekken. Inmiddels is de definitieve versie van het addendum - ook als hardcopy - te verkrijgen via onze website. Dat is een mooi resultaat.’
Ontwikkelingen bij project Voorbij de generalist: profielen van specialistische expertise in palliatieve zorg
De betrokkenen bij project Voorbij de generalist: profielen van specialistische expertise in palliatieve zorg zijn bezig met de ontwikkeling van een competentieprofiel voor zorgverleners met specialistische kennis van palliatieve zorg.
Ook in dit project zijn flinke stappen gezet. ‘De projectgroep heeft onlangs de tweede schriftelijke Delphi-ronde afgerond en in het najaar start zij met Experttafels waarin de projectleden de uitkomsten van de Delphi-rondes verder uitdiepen’, legt Dericks-Issing uit. ‘Dan wordt ook geprobeerd consensus te bereiken over de punten waarover nog geen volledige overeenstemming is. Uit de schriftelijke consultatie vanuit het veld blijkt ook dat het onderwerp heel belangrijk wordt gevonden. En we merken dat het veld reikhalzend uitkijkt naar het competentieprofiel, waarmee duidelijk wordt wie er een specialist en wie een expert is. Als ik terugblik naar de start van het project vonden we dat best spannend, maar nu blijkt dat er een breed draagvlak is. We verwachten dat de projectgroep volgend jaar ook aan de slag kan met een addendum op het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg.’
Palliatieve zorg in het onderwijs na O²PZ
Hoewel de afronding van de laatstgenoemde twee projecten pas eind volgend jaar plaatsvindt, denkt Dericks-Issing al wel aan de toekomst. ‘Wat gebeurt er als O²PZ er niet meer is?’, vraagt ze zich af. ‘Er komen zoveel vragen op ons af waarvan ik denk: als O²PZ niet meer bestaat, wie beantwoordt ze dan? En hoe zorgen we ervoor dat alles wat we hebben opgebouwd, niet omvalt? Met een goede borging moeten we dat voorkomen, maar daarvoor ben je ook van andere partijen afhankelijk. Het is een beetje als je kind loslaten: het moet gebeuren, maar het is ook heel spannend. En dat hoor ik van meer mensen om me heen. We zijn, zonder uitzondering, allemaal met hart en ziel in O²PZ gestapt. We hadden één doel en hebben vele wegen bewandeld om dat te bereiken. Onze kleine kring is in korte tijd uitgegroeid tot een enorm netwerk van geïnteresseerden, deskundigen en opleiders in de zorgpraktijk, het onderwijs en het onderzoek. Met elk van deze mensen hebben we een nauwe band opgebouwd. Dat overdragen is best een moeilijke opgave. Want we willen dat alles wat we hebben opgebouwd ergens een blijvende plek krijgt. Ik hoop dat we alle producten en onderdelen van O²PZ blijvend kunnen verankeren.’
Auteur: Kirsten Karmiggelt